Schwarzwälder Fuchs

De Schwarzwälder Fuchs (ook wel Schwarzwälder KaltblutSchwarzwälderSt. Märgener FuchsWälderpferd, of Black Forest Chestnuts genoemd) is een koudbloed paardenras, afkomstig uit het Zwarte Woud in Zuid Duitsland. Het is een compact, robuust paard dat goed tegen lange, koude winters kan. Er zijn weinig ziektes onder dit ras en de paarden kunnen heel oud worden.

De Schwarzwälder heeft een vriendelijk en makkelijk karakter, is bereid om hard te werken en over het algemeen makkelijk in de omgang. De paarden zijn sterk en hebben een goed uithoudingsvermogen. Het zijn vriendelijke, evenwichtige paarden.

De Schwarzwälder Fuchs heeft een karakteristiek kort hoofd met uitdrukkingsvolle ogen en een sterke, korte hals. De rug en achterhand zijn breed en gespierd. Dit geeft het paard een imposant uiterlijk. De sterke benen hebben stevige gewrichten en harde hoeven. In de beweging is de Schwarzwälder Fuchs vlot en wendbaar.

LVV Modem

 
 

Het is een kleine maat koudbloed paard, in hoogte variërend van 1.48 tot 1.60m. De oorsprong van dit paardenras ligt in de bosbouw. In het bergachtige Zwarte Woud hadden ze sterke, compacte werklustige paarden nodig om gekapte bomen uit de bossen met steile hellingen te slepen. De Schwarzwälder Fuchs is uitermate geschikt voor zwaar werk en kan goed tegen de harde winters in het Zwarte Woud.

 
 

Geschiedenis

De ontstaansgeschiedenis van het ras voert terug tot de middeleeuwen. Monniken in een klooster in het plaatsje Sankt Märgen zijn toen begonnen met het fokken van een robuust paardenras voor het zware boswerk. Ze gebruikten daarvoor Ardenner paarden, Norikers en zelfs ook Belgische trekpaarden. In de daarop volgende eeuwen kwamen er door de vele oorlogen veel bereden troepen door het Zwarte Woud, waardoor er ook Frans, Spaans, Arabisch en Kroatisch bloed bij het ras is ingefokt. Dat kun je bijvoorbeeld goed terugzien aan het edele hoofd van de Schwarzwälder. Meer recent is ook Freiberger ingekruist.

Na de Tweede Wereldoorlog werd het werk van paarden steeds meer overgenomen door machines. Daardoor ging het aantal Schwarzwälder Fuchsen snel achteruit. Het absolute dieptepunt voor de Schwarzwälders was 1973, toen er nog maar 4 goedgekeurde dekhengsten en minder dan 22 merries over waren. Gelukkig heeft de Duitse staat toen ingegrepen. Samen met een aantal fokkers werd het ras van de ondergang behoed. De Duitse Staat subsidieert de fokkerij, onder anderen door het houden van een groot aantal dekhengsten. Veel van die hengsten staan in Haupt- und Landgestüt Marbach.

Tegenwoordig gaat het weer goed vooruit met de Schwarzwälder Fuchs. Op dit moment zijn er ongeveer 1500 Schwarzwälder Fuchsen in Duitsland. Daarmee is het zeker nog wel een zeldzaam paardenras. In Nederland is het aantal Fuchsen de afgelopen jaren toegenomen. In 2005 waren er naar schatting 150 Schwarzwälders in Nederland. Door het opbouwen van goede contacten met Duitse fokkers, hebben wij veel Schwarzwälders kunnen importeren. Ook de Nederlandse fokkers hebben een mooie bijdrage geleverd aan het Duitse fokprogramma. Nu 15 jaar later, mogen wij best trots zijn op het resultaat. Er zijn inmiddels ca. 400 Schwarzwälders in Nederland. Ze zijn steeds meer gewild in o.a. Nederland, Canada en de Verenigde Staten.

 
 

Eigenschappen

De Schwarzwälder Fuchs is:

  • Een robuust en zeer vriendelijk paard met een evenwichtig temperament.

  • Een werklustig en sterk paard en gemakkelijk in de omgang.

  • Een sober ras, ze hebben weinig voer nodig en zijn niet veeleisend in onderhoud.

  • Een veelzijdig paard, doet het goed onder het zadel en aangespannen voor de wagen.

  • Een gezond, vruchtbaar en langlevend paard. Ze zijn niet gauw ziek en kunnen wel 30 jaar worden.

 
 

Sober

In het Zwarte Woud moesten de paarden vroeger zwaar werk verrichten onder moeilijke omstandigheden. Tegelijkertijd was er in de strenge winters weinig voedsel beschikbaar, zodat de paarden zich hebben moeten aanpassen aan een sober dieet.

Dat is de reden waarom een Schwarzwälder Fuchs snel te dik wordt. Ze zijn erg op eten gericht. Het is belangrijk deze paarden vooral vezelrijk ruwvoer, liefst van onbemest, kruidenrijk grasland te voeren. Omdat het grage eters zijn is het verstandig om een hooinet te beruiken (een slow-feeder), of om het paard veel keren per dag kleine beetjes ruwvoer te geven. Fuchsen hebben, afhankelijk van de arbeid die ze verrichten, niet veel extra krachtvoer nodig. Gebruik bij voorkeur basisbrok voor sobere rassen.
Als eigenaar moet je trouwens ook opletten dat je fuchs ook weer niet te weinig te eten krijgt! Er zijn verhalen bekend van pensionstallen waar ze een Fuchs veel te dik vinden, omdat ze veel te veel vergelijken met KWPN’ers en andere warmbloed paarden. Dat is niet terecht. Een Fuchs is gewoon een stevig gebouwd paard en hoort ook weer niet té slank te zijn!

 
 

Kleuren

Schwarzwälder Fuchsen zijn vaak koffiebruin (“dunkelfuchs”) met blonde manen. De bruine vacht van fuchsen is vaak wat stekelharig, ook wel zweetvos genoemd. Dat houdt in dat er verspreid in de bruine vacht witte haartjes zichtbaar zijn.

Maar donkerbruin met blonde haren is zeker niet de enige kleur van dit ras! De bruine kleur kan variëren van roodbruin (roodvos) tot koffievos tot bíjna zwart (koolvos). De kleur van de manen en staart varieert van hoogblond tot grijs tot bruin.

 
 

En dan zijn er in Duitsland nog een paar bruine fuchsen met zwarte manen, een paar zwarte fuchsen en zelfs nog een schimmelmerrie.